Mededingingsrecht (Dutch)
Het mededingingsrecht is het recht om te concurreren. Dit recht heeft twee principes, het zorgt namelijk voor een vrije markt met onverstoorde concurrentie en dient als garantie voor de integriteit van de Europese interne markt. De EU wil voorkomen dat bedrijven te groot worden of afspraken maken die de mededinging belemmeren. Dit is namelijk schadelijk voor de economie. Het mededingingsrecht zorgt er daarom voor dat bedrijven blijven concurreren met elkaar, zodat bedrijven scherp blijven en klanten een verbetering van de marktwerking zien. Zo wordt er gezorgd dat klanten een aan concurrentie onderhevige prijs moeten betalen voor een product of dienst, en kunstmatig hogere prijzen worden voorkomen. Dit zorgt er ook voor dat de economie kan blijven groeien.
Binnen het mededingingsrecht heb je verschillende algemene wetgeving. In het Nederlands recht wordt het mededingingsrecht in de Mededingingswet (ook wel: Mw) geregeld. Artikel 6 Mw benoemt wat er volgens de Mededingingswet verboden is. De Europese rechtsbronnen zijn overwegend de artikelen 101 tot en met 109 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). De voornaamste artikelen die gericht zijn tot ondernemingen zijn artikel 101 VWEU (kartelverbod) en artikel 102 VWEU (machtsmisbruikverbod).
In artikel 102 VWEU staat wat er algemeen verboden is volgens het Europees recht. Artikel 101 VWEU geeft voorbeelden van wat er nou precies verboden is. Hier staat onder andere genoemd dat bedrijven geen gezamenlijke afspraken mogen maken over hoeveel een product of dienst gaat kosten. Ook mogen ze de markt en de opdrachten niet onderling verdelen. Daarnaast behoort Protocol Nr. 27 betreffende de interne markt en de mededinging er ook bij. Het Protocol wordt aan het VWEU en VEU gehecht. In artikel 3 VWEU wordt omgeschreven dat de interne markt een regime omvat dat ervoor zorgt dat de mededinging niet verstoord wordt.
De EU-wetgeving heeft als aanvulling op artikel 101 en 102 VWEU een aparte verordening. Deze verordening wordt aangeduid als de concentratiecontroleverordening (Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van de Europese Unie) en de uitvoeringsbepaling daarvan (Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie).
In artikel 3 van de Verordening (EG) nr. 139/2004 is geregeld wat onder concentratie valt:
- De fusie van twee of meer onafhankelijke ondernemingen;
- De overname van zeggenschap van een onderneming door, één of meer personen.
Bedrijven kunnen op twee manieren te maken krijgen met het mededingingsrecht, namelijk:
- Wanneer twee of meer bedrijven van plan zijn om een concentratie te vormen door fusie of overname. De autoriteiten zullen dan controleren of de concentratie niet tegen het mededingingsrecht in gaat, doordat het bijvoorbeeld te groot wordt voor de markt.
- Wanneer er binnen een bedrijf of tussen bedrijven afspraken worden gemaakt die de mededinging kunnen belemmeren, bijvoorbeeld prijsafspraken. In sommige gevallen zijn zulke afspraken wel toegestaan, zolang de mededinging niet wordt belemmerd. Deze uitzonderingen worden in het Nederlands recht geregeld in artikel 6, artikel 7 en artikel 15 van de Mw In het Europees recht wordt dit geregeld in artikel 101 VWEU.
Om te voorkomen dat de mededinging wordt belemmerd, zijn er mededingingsautroiteiten die toezicht houden op de markt. In Nederland is de ACM de verantwoordelijke instantie voor de toezichthouding. Als het gaat om een mededingingsonderzoek dat zich verspreidt over 4
of meer lidstaten van de Europese Unie, worden deze gedaan door de Europese Commissie (DG Competition).
Voor de hierboven benoemde situaties zijn verschillende onderzoeken die gedaan worden door de autoriteiten. Zo worden er voor concentraties concentratiecontroles gedaan en voor de verdachte afspraken informatieverzoeken gestuurd of invallen gedaan om achter alle informatie te komen die bewijs geven van belemmering van de mededinging. De informatieverzoeken en invallen kunnen bij concentratiecontroles ook voorkomen, wanneer er sprake is van achterhouden van belangrijke informatie. Deze drie processen kunnen met gebruik van technologie goed doorlopen worden.